
Telefoon en SIM
Hier worden de diverse beveiligingscodes beschreven die u in bepaalde gevallen moet
opgeven:
• PIN-code (4 tot 8 cijfers) - De PIN-code (Personal Identification Number) beschermt
de SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code wordt gewoonlijk bij de SIM-
kaart verstrekt.

Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
In
st
el
li
n
g
en
38
Na drie opeenvolgende foutieve pogingen wordt de PIN-code geblokkeerd. Als de PIN-
code geblokkeerd is, kunt u de SIM-kaart pas weer gebruiken nadat u deze blokkering
hebt opgeheven. Zie de informatie over PUK-code.
• PIN2-code (4 tot 8 cijfers) - De PIN2-code, die bij sommige SIM-kaarten wordt
verstrekt, verschaft u toegang tot bepaalde functies, zoals de registratie van de
gesprekskosten.
• Blokkeringscode (5 cijfers) - Met de blokkeringscode kunt u de telefoon en het
toetsenblok vergrendelen ter voorkoming van ongeoorloofd gebruik.
Opmerking: De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345. Voorkom
ongeoorloofd gebruik van uw telefoon door de blokkeringscode te wijzigen.
Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij de
telefoon).
• PUK- en PUK2-code (8 cijfers) - De PUK-code (Personal Unblocking Key) is vereist
voor het wijzigen van een geblokkeerde PIN-code. De PUK2-code is vereist voor het
wijzigen van een geblokkeerde PIN2-code. Als de codes niet bij de SIM-kaart worden
verstrekt, informeert u bij de exploitant van uw SIM-kaart naar de juiste codes.
U kunt de volgende codes wijzigen: de blokkeringscode, de PIN-code en de PIN2-code. Deze
codes kunnen alleen bestaan uit cijfers van 0 t/m 9.
Opmerking: Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van de
alarmnummers, zoals 112, om te voorkomen dat u per ongeluk het alarmnummer
kiest.
Tip! U kunt de
telefoon handmatig
vergrendelen door op
te drukken. Er
verschijnt een lijst met
opdrachten. Selecteer
Blokkeer telefoon
.
PIN-code vragen
- Als deze optie actief is, moet u bij inschakeling van de telefoon altijd eerst
de PIN-code opgeven. Het kan zijn dat u deze optie bij sommige SIM-kaarten niet kunt
uitschakelen.
PIN-code
/
PIN2-code
/
Blokkeringscode
- Met deze instelling kunt u de code wijzigen.
Periode autom. blok.
- U kunt een timeout instellen waarna de telefoon automatisch wordt
vergrendeld. Met de juiste blokkeringscode kunt u de blokkering opheffen. Geef het aantal
minuten op voor de timeout of kies
Geen
als u de automatische blokkering wilt uitzetten.

Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
In
st
el
li
n
g
en
39
• Geef de blokkeringscode op om de telefoon te ontgrendelen.
Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het
alarmnummer kiezen dat in het geheugen van uw telefoon is geprogrammeerd
(bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer).
Blok. als SIM gewijz.
- Kies
Ja
als u wilt dat om de blokkeringscode wordt gevraagd als er een
onbekende SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst. Op de telefoon wordt een lijst van
SIM-kaarten bijgehouden die worden herkend als kaarten van de eigenaar.
Als u de lijst met
vaste nummers wilt
bekijken, gaat u naar
Menu
→
SIM
→
Vaste
nummers
.
Vaste nummers
- Als deze functie door de SIM-kaart wordt ondersteund, kunt u uitgaande
oproepen beperken tot bepaalde telefoonnummers. Hiervoor hebt u de PIN2-code nodig.
Als deze functie actief is, kunt u alleen de telefoonnummers bellen uit de lijst met vaste
nummers of die beginnen met dezelfde cijfers als een telefoonnummer uit de lijst.
Opmerking: Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunnen in
sommige netwerken mogelijk nog wel bepaalde alarmnummers worden gekozen
(bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer).
Opties in de weergave
Vaste nummers:
Openen
,
Bellen
,
Nieuw contact
,
Bewerken
,
Verwijderen
,
Toev. aan Contact.
,
Toev. uit
Contacten
,
Help
, en
Afsluiten
.
• Als u nieuwe vaste nummers wilt opgeven, selecteert u
Opties
→
Nieuw contact
of
Toev.
uit Contacten
.
CUG
(Closed User Group) (netwerkdienst) - U kunt een groep mensen opgeven die u kunt
bellen of die u kunnen bellen. Neem contact op met de netwerkexploitant of aanbieder
voor meer informatie. Selecteer:
Standaard
als u de standaardgroep wilt activeren die u met
de netwerkexploitant bent overeengekomen,
Aan
als u een andere groep wilt gebruiken (u
moet het groepsindexnummer weten), of
Uit
.
Opmerking: Wanneer gesprekken zijn beperkt tot besloten gebruikersgroepen,
kunnen in sommige netwerken nog wel bepaalde alarmnummers gekozen worden
(bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer).
SIM-diensten bevest.
(netwerkdienst) - Deze optie zorgt ervoor dat er een
bevestigingsbericht verschijnt wanneer u een SIM-kaartdienst gebruikt.

Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
In
st
el
li
n
g
en
40