
Voicedialling
U kunt bellen via een spraaknummer dat u aan een contactkaart hebt toegevoegd. U kunt
hiervoor een woord of combinatie van woorden gebruiken. Let bij het gebruik van
voicedialling op het volgende:
• Voice tags zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de spreker.
• Voice tags zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem de voice tags op en speel ze af
in een rustige omgeving.
• Zeer korte namen worden niet geaccepteerd. Gebruik lange namen en vermijd
gelijkvormige namen voor verschillende nummers.

Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Contacten
48
Voorbeeld: U kunt
iemands naam gebruiken,
bijvoorbeeld ‘Jans
mobieltje’.
Opmerking: U moet de voice tag exact zo uitspreken als u deze hebt opgenomen.
Dit kan in bepaalde omstandigheden moeilijkheden opleveren, bijvoorbeeld in een
drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Zorg dus dat u niet uitsluitend van voice
tags afhankelijk bent.
Een spraaknummer aan een telefoonnummer toevoegen
Opmerking: U kunt alleen spraaknummers opgeven voor telefoonnummers in het
geheugen van de telefoon. Zie
‘Contactgegevens kopiëren tussen de SIM-kaart en
het telefoongeheugen’
op pag.
45
.
1 Ga in de map Contacten naar de contactkaart waaraan u een spraaknummer wilt
toevoegen en druk op
om de kaart te openen.
2 Ga naar het nummer waaraan u het spraaknummer wilt toevoegen en selecteer
Opties
→
Spraaklabel toev.
.
Opmerking: Per contactkaart kunt u maar één spraaknummer instellen.
3 De tekst
Druk op Start en spreek na de toon
verschijnt.
Tip! U kunt een
lijst met gedefinieerde
spraaknummers
weergeven door
Opties
→
Contactinfo
→
Spraaklabels
te selecteren
in de map Contacten.
Houd tijdens het opnemen de telefoon op een korte afstand van uw mond. De starttoon
klinkt. Spreek de woorden die u voor het spraaknummer wilt gebruiken duidelijk in.
• Druk op
Start
om een spraaknummer op te nemen. U hoort een starttoon. De tekst
Spreek nu
verschijnt.
4 Na de opname wordt het opgenomen spraaknummer afgespeeld en verschijnt de tekst
Spraaklabel wordt afgespeeld
. Als u de opname niet wilt opslaan, drukt u op
Stoppen
.
5 Wanneer u het spraaknummer opslaat, verschijnt de tekst
Spraaklabel opgeslagen
en
hoort u een pieptoon. Naast het nummer op de contactkaart verschijnt een symbool
.
Opmerking: Uw telefoon biedt plaats aan maximaal 25 telefoonnummers met
spraaknummer. Als het geheugen vol raakt, moet u spraaknummers verwijderen.

Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Contacten
49
Bellen via een spraaknummer
Opmerking: U moet het spraaknummer precies zo uitspreken als u het hebt
opgenomen.
1 Houd
ingedrukt in de standby-modus. U hoort een korte toon en de tekst
Spreek nu
verschijnt.
2 Als u belt via een spraaknummer, wordt de luidspreker gebruikt. Houd de telefoon op
een korte afstand van uw mond en spreek het spraaklabel duidelijk in.
3 Het spraaknummer wordt herhaald, de naam en het nummer worden weergegeven en
na 1,5 seconde wordt het nummer in kwestie gekozen.
• Als het spraaknummer niet wordt herkend of als het verkeerde wordt afgespeeld, drukt
u op
Nogmaals
.
Opmerking: Als er een data-oproep actief is of via een GPRS-verbinding gegevens
worden verzonden/ontvangen, kunt u spraaknummers niet gebruiken. Als u wilt
bellen via een spraaknummer, moet u eerst alle actieve dataverbindingen
beëindigen.

Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Contacten
50
Een spraaknummer opnieuw afspelen, wissen of wijzigen
Als u een spraaknummer wilt afspelen, wissen of wijzigen, opent u een contactkaart en
gaat u naar het telefoonnummer in kwestie (aangeduid met
) en selecteert u
Opties
→
Spraaklabels
→. Vervolgens selecteert u
•
Afspelen
- het spraaknummer beluisteren, of
•
Verwijderen
- het spraaknummer wissen, of
•
Wijzigen
- een nieuw spraaknummer opnemen over het oude heen. Druk op
Start
om
met opnemen te beginnen.